Gewonejaarvogel

Gewone jaarvogel

Latijnse naam Rhyticeros undulatus

Leefgebied Zuid-oost Aziƫ

Lengte 75 - 85 cm

Gewicht 1360 - 1650 gr

Broedduur 40 dagen

Aantal eieren 1 - 3 per legsel

Leeftijd 50 jaar

Voedsel vruchten, ook kleine zoogdieren, reptielen en vogels

IUCN bedreigingstatus Kwetsbaar

Kleine hoorn De keelzak van deze neushoornvogel is opvallend geel, zijn snavel geel of wit. De ogen zijn omringd door een opvallend rode rand. Kop en staart zijn wit, maar de rest van het verenkleed is glanzend zwart. De hoorn op de snavel is kleiner dan die van veel andere neushoornvogels. De snavel en helm zijn hol, dus niet zwaar, zoals ze doen vermoeden. Eén jong Net als de andere neushoornvogels legt het vrouwtje van de gewone jaarvogel haar eieren in een boomholte hoog boven de grond. Ze metselt de ingang dicht (met mest) op een klein spleetje na, waardoor het mannetje haar kan voeden. Hij vliegt af en aan met voedsel, dat hij in zijn keelzak bewaart. Het bestaat voornamelijk uit vruchten. Eenmaal bij het nest aangekomen geeft het mannetje zijn voedsel weer op en voedt het vrouwtje. Soms wel 120 vruchten per keer! Meestal legt het vrouwtje twee eieren, maar er blijft altijd maar één jong leven. Nog immer bejaagd De gewone jaarvogel heeft een groot verspreidingsgebied, dat zich uitstrekt van Noordoost- India, Bhutan en Oost-Vietnam tot en met Sumatra, Borneo en Bali. Het gebied waar de gewone jaarvogel zijn voedsel zoekt is tamelijk groot, soms steekt hij zelfs over naar andere eilanden. De soort is niet bedreigd, maar toch zien we, dat hun aantallen afnemen als gevolg van het kappen van bossen. Deze neushoornvogel wordt in bepaalde gebieden nog steeds bejaagd.

Tickets bestellen