Historie

De geschiedenis van Ouwehands Dierenpark

Op 18 juni 1932 opende Ouwehands Dierenpark Rhenen voor het eerst haar poorten voor het publiek. De oprichter van het park, de heer C.W. Ouwehand, was al ruim voor die tijd vanuit Rotterdam naar Rhenen gekomen om daar, samen met zijn broer, een sigarenfabriek te beginnen.

Na enige tijd besloot hij daar echter mee te stoppen en in 1919 begon hij een kippenfarm op een 10 ha groot terrein op de Grebbeberg. De kippenfarm gedijde uitstekend en de fraaiste kippenrassen werden op de Grebbeberg gehouden. Vele bussen met agrariërs bezochten zijn farm en daarbij bleek dat de bezoekers meer interesse toonden in wat exotische dieren als wasbeertjes, pauwen en fazanten dan in de fraaiste kippenrassen.

Van kippenfarm tot dierentuin

Tijdens de economische crisis in de jaren dertig ging het niet zo goed met de kippenfarm. Maar de dieren bij de kippenfarm trokken nog steeds de aandacht en dat zorgde dan ook al snel voor de gedachte om van de kippenfarm een dierentuin te maken.

Oorlog en wederopbouw

Van meet af aan was Ouwehands Dierenpark een succes en trok grote belangstelling. De oorlogsjaren brachten zware verwoestingen met zich mee o.a. voor de levende have en de gebouwen. De wederopbouw kwam moeizaam op gang. Maar door de inzet van de familie Ouwehand en zijn medewerkers werd het dierenpark in oude luister hersteld en brak een nieuwe bloeiperiode aan.

Ouwehands Dierenpark, vandaag de dag

In de afgelopen decennia is het terrein uitgebreid tot 22 ha en zijn tal van moderniseringen gerealiseerd. Met de huidige eigenaar, die in 2000 het dierenpark overnam, is er intensief geïnvesteerd in nieuwe projecten., zoals ‘Umkhosi’, met de zeldzame witte leeuwen, ‘Apen op Stelten’, ‘Neus aan Neus’ met de ijsberen, ‘Gorilla Adventure’, 'Expeditie Berenbos' en het nieuwste project 'Pandasia'. Mede hierdoor, heeft Ouwehands Dierenpark een enorme groei doorgemaakt.

Vandaag de dag is Ouwehands Dierenpark een dierenpark met moderne inzichten over milieu en natuureducatie, en een park dat een functie heeft inzake de instandhouding van bedreigde diersoorten.